In een rechtszaak bij de Kantonrechter van de Rechtbank Overijssel ging het om de vraag of een franchise entree fee aan de verkeerde partij is betaald (ECLI:NL:RBOVE:2023:4612).
Procedure gevoerd door bestuurder zelf
In deze zaak heeft de bestuurder van de franchisegever-B.V. er klaarblijkelijk voor gekozen om zelf de vertegenwoordiging in rechte op zich te nemen. In plaats van zich te laten bijstaan door een advocaat.
Wel of geen franchiseovereenkomst tussen de procespartijen?
Bij de omschrijving van het feitencomplex is in het vonnis benoemd dat de procespartijen franchisegever en franchisenemer zijn die met elkaar een franchiseovereenkomst hebben gesloten. Ook is in het vonnis vermeld dat de B.V. van de franchisegever op de factuur is vermeld.
Later in het vonnis oordeelt de Kantonrechter echter dat vast komt te staan dat de franchisegever niet zelf de franchiseovereenkomst zou hebben gesloten en daarom geen aanspraak kon maken op het bedrag van de entree fee.
De Kantonrechter veroordeelt de franchisegever tot betaling aan de franchisenemer van een bedrag ter hoogte van de entree fee plus een bedrag aan wettelijke handelsrente plus proceskosten.
Tot slot
Het vonnis van de Kantonrechter is beknopt en lijkt innerlijk tegenstrijdig op het punt of partijen wel of niet met elkaar een franchiseovereenkomst hebben gesloten. Spijtig dat de franchisegever ervoor heeft gekozen de procedure zelf te voeren in plaats van zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Daarmee hadden de standpunten van de franchisegever mogelijk anders naar voren kunnen worden gebracht en had deze voor de franchisegever negatieve uitkomst mogelijk kunnen worden voorkomen.
Lees de gehele uitspraak hier: